De processie van de halve emmertjes: lijmen en voegen.
- Stefaan Van Slycken
- Aug 9, 2019
- 3 min read
We zijn hard aan het werk geweest, dus het blogje heeft al enige tijd geen updates meer gezien. De werken die we ondernamen zijn ook niet bepaald de meest opwindende en zeker die die traagst vooruit gaan.

De achtergevel is ondertussen helemaal klaar. Zo kon de stelling ook al voor driekwart afgebroken worden, wat de maandelijkse kosten gelukkig een pak doet zakken.
Zoals je al kon lezen is het verlijmen van de gevelstenen niet zo moeilijk maar het vraagt wel tijd om een passende set bij elkaar te puzzelen. Dit dan overbrengen op de gevel duurt ook nog z'n tijd. Ondertussen hebben we het volgende geleerd:
- een halve emmer lijm is genoeg voor een goed half uur; aangezien de lijm opstijft na drie kwartier maak je best niet meer tegelijkertijd aan.
- de "stenen" hebben we met een tegelsnijder met water op maat gemaakt voor de zijkanten. Echter, het steenstof en de harsen plakken na het drogen nogal hard aan de stenen. Onmiddellijk afkuisen is dus de boodschap. Op onderstaande foto zie je die witte resten die achterblijven na het zagen.
- de lijm wordt beenhard na het uitdrogen en is nauwelijks of niet meer van de stenen te verwijderen. Idealiter zou je dus van boven naar onder stenen plakken.
Het voegen vroeg ook enige oefening. Omdat we donkere voegen wilden die de stenen accentueren, kozen we voor een gekleurd voegsel in plaats van zelf een mengsel te maken. Bij Seifert in Drongen kan je staaltjes afhalen om eens te proberen wat het geeft. Ik zette in totaal 5 stalen, en het werd kleur 931.

Op de foto zie je minder kleurverschil dan in het echt. Uiteraard heb ik de tests gedaan op een stuk dat weinig opvalt, want dit voegsel wordt beenhard en is dus niet zo makkelijk uit te kappen.
Voor een keer stond er een zinnige tip op internet: begin bovenaan met voegen. Zo valt het minder op dat je de eerste meters staat te sukkelen. Dat was bij mij zeker het geval. Verder leerde ik:
- het is zeer belangrijk de mengverhouding te volgen die aangegeven staat op de zakken. Voegsel moet maar "aardevochtig" zijn, dus een beetje klammig, maar je hebt de neiging te veel water toe te voegen. Dat kleine beetje water dat je maar nodig hebt bindt zich pas na enig mengwerk met de voegmassa. Te veel water is nefast: het lijkt alsof het pigment loskomt; op bovenstaande foto zie je dat een beetje in het middelste vlak. Na uitdrogen is de voeg zelf dan eerder zilvergrijs dan donker. Gelukkig heb ik dit snel gemerkt en nog kunnen corrigeren.
- het voegsel kleeft weinig of niet uit zichzelf, het is het indrukken in de voeg dat het zijn sterkte geeft. Voegsel dat onvoldoende aangedrukt wordt valt er na het opdrogen gewoon uit als zand.
- Het aanbrengen van het voegsel kan met een fijn voegspaan voor de langere voegen, maar voor de onregelmatiger voegen schiet je daar niet veel mee op. Er wordt ook vaak gezegd de voegen nog uit te vegen met een harde borstel na het voegen, maar de verf van de stenen wordt beschadigd door stalen borstels. Voor beide zaken één oplossing: ik druk de voegmassa in de voeg met mijn vingers, en na enig uitdrogen (ongeveer een half uur - drie kwartier) wrijf ik ze nog eens na, ook weer met mijn vingers. Handschoenen zijn hierbij wel aangewezen, anders heb je al snel geen vel meer over.
- om zuinig te werken plaatsen we op de grond een paar oude diepvrieslades; ongeveer een derde tot een kwart van het voegsel valt naar beneden; we kunnen het dan beter recupereren dan verloren te laten gaan.
- aangezien het voegsel na drie kwartier à een uur begint te verharden is ook hier een halve emmer de ideale werkhoeveelheid. Om de verhouding met het water goed te houden wegen we dit effectief af: 5kg voegspecie, 0,6l water.
Commenti